Kuno Bakker verlaat Dood Paard
Per 1 februari 2025 zal artistiek kernlid Kuno Bakker toneelgezelschap Dood Paard verlaten. Bakker is mede-oprichter van het gezelschap, dat het levenslicht zag in 1993. Hij gaat zich onder meer richten op eigen projecten en werk in België, waar hij ook woont. Wel zal hij beschikbaar blijven voor reprises en het karakteristieke posterbeeld blijven verzorgen. Bovendien is het de intentie dat Bakker zal meespelen in een paar producties in de toekomst.
Kuno Bakker: ‘Na ruim dertig vruchtbare jaren voelde ik dat het tijd was om een nieuwe weg te bewandelen. Ik kijk met trots terug op de periode die ik heb beleefd met Dood Paard, dat ik toch een beetje als mijn kind beschouw. Het was geweldig om meer dan dertig jaar samen te werken met Manja Topper en de voormalige leden van Dood Paard aan zo’n rijke verscheidenheid van producties. Trots ben ik ook op de manier van werken die we met Dood Paard hebben ontwikkeld, iets wat ik altijd bij me zal dragen. Tot slot voelt het bijzonder goed om te vertrekken op een moment dat het gezelschap lekker bezig is: de laatste voorstelling als lid van Dood Paard was Women in Troy, as told by our mothers in Aix-en-Provence vorige week, voor een afgeladen, enthousiaste zaal. Mooier kan niet.’
Bakker blijft actief als docent bij verschillende theater- en dansopleidingen. In het voorjaar van 2026 creëert hij de voorstelling Sneeuwpanter – gebaseerd op het gelijknamige boek van Sylvain Tesson – in samenwerking met Mokhallad Rasem. Met Rasem maakte hij eerder bij Dood Paard de succesvolle trilogie De verse tijd, Homemade en Looking for Habibi.
Dood Paard gaat nu verder met Manja Topper en Tomer Pawlicki als artistieke kernleden: ‘We zullen Kuno vreselijk missen, als theatermaker en als mens, maar we koesteren de vruchtbare periode van dertig jaar, waarin we samen onafgebroken voorstellingen maakten, teksten vertaalden en nieuwe teksten schreven. We zijn benieuwd naar zijn toekomstige projecten en kijken ernaar uit om hem opnieuw tegen te komen – en dan af en toe nog samen een stuk te maken.’